Doof / Slechthorend

Wanneer je slechthorend bent, hoor je minder maar ook anders dan een goed horende. Alle geluiden maar ook spraakklanken komen niet alleen zachter, maar ook vervormd op de slechthorende over. Er bestaan wel grote verschillen tussen slechthorenden. De één hoort veel meer dan de ander en ervaart klanken anders. Wanneer je doof bent en niets hoort ben je afhankelijk van hulpmiddelen zoals eventueel een CI, Nederlandse gebarentaal, tolken en/of spraakafzien.

 

Wat merk je, wat zie je?

Er is sprake van doofheid bij een minimaal gehoorverlies van 80 dB gemeten aan het beste oor. Er is sprake van slechthorendheid bij een gehoorverlies tussen 35 dB en 80 dB aan het beste oor. Afhankelijk van jouw gehoorverlies hoor je minder of niet en worden bepaalde klanken anders waargenomen wat gevolgen heeft voor het spraakverstaan. Hoeveel last je hebt van je doofheid of slechthorendheid is per persoon heel verschillend.

De meeste dove en slechthorende leerlingen/studenten zijn voor hun communicatie afhankelijk van spraakafzien (liplezen), hulpmiddelen zoals een hoortoestel, CI, solo-apparatuur en/of een (schrijf) tolk. In hoeverre je last hebt van je doofheid of slechthorendheid hangt ook af van je omgeving, je school of instelling en de hulpmiddelen die je wel of niet kunt gebruiken.  Je zult meer moeite kunnen hebben met de taalverwerving en de taalontwikkeling. Voor jullie is het volgen van de lessen en het verwerven van kennis en vaardigheden niet zo vanzelfsprekend als bij horende leerlingen en studenten. Zo is het moeilijker om instructies te volgen, samen te werken en een nieuwe taal (Engels, Frans, Duits) te leren. Je kan je soms buitengesloten voelen omdat je niet altijd hoort wat medeleerlingen/studenten vertellen of waar ze om lachen. Er ontstaan wel eens misverstanden in de communicatie.  Je kan hierdoor in de war raken of gaan twijfelen. Je voelt je dan onzeker en durft niet te vertrouwen op wat je hoort. Er zijn mensen die denken dat door gebruik van apparatuur een slechthorende of dove leerling weer goed kan horen. Het geluid wordt dan wel versterkt, maar de vervorming van klanken blijft aanwezig. Hierdoor worden geluiden(spraak) nog altijd anders waargenomen dan bij een goed horende leerling. 

Marie Laure is slechthorend en vertelt over school en haar vriendinnen